Plannen en uitvoeren
“Ik zit altijd vol met ideeën, maar aan het einde van de dag is er bijna niets van terecht gekomen”
“Ik ben een bezige bij, maar ik kan niet goed aangeven wat ik gedaan heb ”
“Ik ben met allerlei dingen tegelijk bezig en eerlijk gezegd maak ik weinig af”
“Ik ben een meester in het uitstellen van klusjes”
“Ik vind het moeilijk als ze naar mijn mening vragen, want ik heb er dan nog niet over nagedacht”
Wat is plannen en uitvoeren?
De wil is het vermogen om van een gedachte of plan over te gaan naar een handeling om iets te doen of te veranderen. Bij Parkinson wordt de wil zwakker, waardoor initiatiefarmoede ontstaat (in sterke vorm wordt dit apathie genoemd). Zelfs de gedachte om iets te willen komt niet meer spontaan op. Het omgekeerde gebeurt ook: ben je eenmaal ergens mee bezig, dan is het weer moeilijk om te stoppen. Het probleem omvat dus de wil plus het starten en stoppen van taken. Daarnaast ben je snel afgeleid doordat de mentale controle over de sensorische informatie en je gedachtestroom zwakker wordt. Zo gebeurt het herhaaldelijk dat je aan één klus begon maar tussentijds steeds werd afgeleid, waardoor je een tijdje later met vier taken bezig bent en meer dan de helft nog niet af is [zie Vergeetachtigheid]. Het willen, denken en uitvoeren van taken kost daardoor steeds meer energie. Veel mensen met Parkinson overschatten hun mogelijkheden, hebben daardoor te drukke dagen en zijn eigenlijk continu oververmoeid. Door taken die je niet afkrijgt te bulldozeren (door te schuiven), liggen continu te veel taken te wachten en blijf je in het ritme van te drukke dagen hangen. Dit versterkt het vermoeidheidsgevoel. [zie Symptoomversterkers], onderdeel energietekort].
Voorbeeld
Evert zet ’s morgens de ontbijttafel klaar. Terwijl hij daar mee bezig is, hoort hij de krant door de brievenbus vallen. Daar loopt even naar toe, en hij ziet bij de deur dat de kattenbak nodig verschoond moet worden. Hij legt de krant weer even neer en ziet dat hij een nieuwe zak kattenbaksteentjes nodig heeft. Terwijl hij deze ophaalt, hoort hij de ringtone op zijn telefoon van één van de kinderen en slaat aan het appen. Zo is Evert ineens met 4 taken tegelijk bezig (ontbijttafel klaarzetten, krant ophalen, kattenbak verschonen en appen met de kinderen) en geen enkele taak is klaar. Zijn partner komt beneden en is geïrriteerd dat het ontbijt nog niet klaar staat. Ze helpt nu maar een handje mee. Wat Evert kan helpen, is het besef dat hij gauw afgeleid is en dat hij eerst een klus af moet maken voordat hij aan een nieuwe klus begint.
Voorbeeld 2
Als Harry met een klus bezig is dan valt de omgeving voor hem weg. Hij kan zich dan goed concentreren en voor hij er erg in heeft, is hij zo twee uur verder. De koffie is inmiddels koud geworden, medicijnen is hij vergeten in te nemen en hij moet hoognodig naar de wc. Harry zat als het ware gevangen in het werk en kon niet meer stoppen, totdat de nood heel hoog was. Wat kan helpen is het zetten van een wekker om even “te voelen” hoe het gaat.
Wat zijn de gevolgen?
Het gevolg is dat je de hele dag bezig kunt zijn zonder echt iets te doen. Aan de voor jezelf of voor je partner belangrijke dingen kom je niet toe. Doordat je continu oververmoeid bent, val je op de gekste momenten in slaap. Of je wordt apathisch vanwege die berg klussen die op je ligt te wachten waar je toch niet door komt. Dat trekt een zware wissel op de partner, want die moet meer gaan doen en een beetje gezelligheid ’s avonds is er nauwelijks bij als jij op de bank ligt te slapen. Vaak worden naasten of de persoon zelf er moedeloos van.
Hoe is dat bij u?
Vind u het moeilijk om aan een taak te beginnen, of om deze af te maken? Stapelen de taken zich op? Hoe is dat bij u? U kunt nu uw gedachten noteren, zodat u daar met anderen over kunt praten, of het later nog eens na kunt lezen.
Wat kan helpen?
- Bij start- en stopproblemen kunt u gebruik maken van hulpmiddelen of van uw omgeving. Daarmee legt u de trigger om te starten of te stoppen buiten uzelf, en komt u toch toe aan de dingen die voor u belangrijk zijn.
- Noteer alle acties die u zou willen/ moeten doen op een bloknoot en plan die later in de agenda. De agenda is dan de trigger om taken te doen of taken te stoppen (af te schakelen). Dat geldt ook voor leuke dingen in de vrije tijd.
- Vraag hulp uit de omgeving. Uw familie en vrienden willen vast wel helpen u aan bepaalde taken te herinneren. Bijvoorbeeld medicijn inname, rusttijd, dagelijkse planning doornemen, enzovoorts.
- Maak een globaal programma voor de week, maand en het jaar. Lees dat af en toe eens door. Zo maakt u u het programma eigen en volgt u het veel makkelijker. U richt uw bewustzijn, waardoor uzelf veel beter in staat bent om te sturen zonder dat een ander u erop dient te wijzen.
- Leer uzelf aan om elke dag te plannen. Zet alle taken die u van plan bent te doen in een planning. Ga er van uit dat taken altijd tegen vallen, dus meer tijd kosten. Voorkom improvisatie en onverwachte situaties.
- Neem in de planning ruimte op voor rustmomenten (bijvoorbeeld een middagdutje, met ’s ochtends en ’s middags een pauze + vrije tijd voor spontane acties.
- Plan taken niet strak achter elkaar en leer plannen met gaatjes.
- Als u een taak doet, pak hem dan ook helemaal op en rond hem gelijk af. Knip taken die te groot zijn om in één keer te doen op in delen. Zo’n deel doet u dan ook tot dat deze helemaal klaar is.
- Ga na welke taken energie kosten en welke energie opleveren. Als er op de lijst meer taken staan die energie kosten dan taken die energie opleveren, dan ben u in onbalans. U moet dan taken die energie kosten niet meer doen.
- Maak afspraken over wie wat doet en wanneer. Steeds meer activiteiten zijn te complex voor iemand met Parkinson. Verdeel de taken tijden om te voorkomen dat taken blijven liggen.
- Als taken te zwaar vallen, vraag dan tijdig om ondersteuning. U overschat uw snelheid van werken heel makkelijk.
- Maak altijd een agenda als u iets wilt bespreken, dan weet u waar u aan toe bent. Als er geen agenda is, moet u maar afwachten waar het gesprek over gaat. Dat betekent improviseren en daar bent u niet zo goed in. Bovendien kun u geheugensteuntjes noteren waar u de aandacht op wilt vestigen. Zo kunt u ook niets vergeten.
Wat kan een naaste betekenen?
- – Vermijd de symptoomversterkers waar dat mogelijk is [zie Symptoomversterkers].
- Help bij het maken van een dagindeling.
- Schroom niet om bepaalde taken uit uw pakket te verschuiven naar degene met Parkinson.
- Help ‘s avonds even kort met een terugblik: Wat ging er vandaag goed en wat kan beter. Wat beter kan, neemt u meteen op in de dagindeling van morgen.
- Start- en stopproblemen kunnen verholpen worden door dagelijks de agenda met taken door te nemen. Zo komen ook taken die voor u belangrijk zijn aan bod.