De meest voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, braken en duizeligheidsklachten als gevolg van orthostatische hypotensie (verlaging van de bloeddruk bij opstaan). Deze klachten verdwijnen na verloop van tijd meestal.
Ook de volgende bijwerkingen kunnen voorkomen: vermindering van reactievermogen, veranderde smaak, rusteloosheid, slaperigheid, verminderde eetlust, gewichtsverlies, hallucinaties [zie Hallucinaties] en verwardheid.
Bij gebruik gedurende een aantal jaren kunnen er wisselingen in respons optreden, waarbij er gedurende de dag periodes zijn dat er meer Parkinson klachten zijn, zoals stijfheid en traagheid, afgewisseld met periodes van juist overbewegelijkheid. Het aanpassen (meestal verlagen) van de dosering vermindert dit vaak.